Wat ik leerde van falen (en hoe het een WK-medaille bracht)

Van één klik naar een waanzinnig avontuur

Soms is één muisklik genoeg om een hele rollercoaster op gang te trekken. In november 2024 schrijf ik me in voor de selectie run om deel uit te maken van Team Belgium op het WHOC, het WK Hoopers in Italië. Een volkomen absurd idee, want ik had amper wedstrijdervaring. “Eens kijken hoeveel we te kort schieten tegenover de echte toppers in België.”

Van twijfel naar een onverwachte selectie

 

Ik ben er rotsvast van overtuigd dat iedereen zou lachen met mijn poging. Pipa, mijn grijze bordercollie, kan leuk op afstand werken, maar technisch gezien zijn we beginners. In de hondensport Hoopers loopt je hond een parcours op flinke afstand van de handler die in een vak moet blijven staan. Over de afstanden maak ik me geen zorgen, maar technische precisie groeit niet op een paar nachtjes tijd.

Hoe ver september 2025 ook nog van ons ligt, die technische kloof valt zeer moeilijk te dichten. Ik hef dan ook mijn schouders verontschuldigend op wanneer ik na onze testrun de verantwoordelijken voor de selectie aankijk want we hebben flink wat fouten gemaakt. Die schouders zakken even snel als mijn mond openvalt wanneer ik de teamlead hoor zeggen: “Er is nog wat werk aan de winkel, maar we zien jullie in Italië in september 2025.” Ik dacht dat ik flauw zou vallen. Italië?! Wij?!

Het Rocky-montagegevoel (zonder muziek, mét hondenkoekjes)​

 

Vanaf dat moment schakel ik een versnelling hoger. Ik maak een plan met Pipa, hou een trainingslogboek bij, noteer feedback en aandachtspunten. Ik schrijf ons in voor workshops en wedstrijden in binnen- en buitenland en krijg les van de grootste toppers in Europa.

Het voelt soms als een Rocky-montage: regen, modder, ik met een thermos koffie, Pipa die eindeloos door hoepels vliegt en in tunnels duikt. Alleen geen heroïsche muziek op de achtergrond – wel veel geblaf, hondenkoekjes en een baasje dat probeert vol te houden.

Ergens onderweg begint er iets te verschuiven: de overtuiging dat dit misschien wél kan lukken… Het is een stil fragiel stemmetje, maar klinkt dapper zijn niet vaker zo? Moed komt zelden als een luid brullende leeuw je hoofd en je hart binnen. Het klinkt eerder als een klein bang vogeltje. Of zoals ik het mijn dochter leer: 

"Dapper zijn betekent dat je bang bent en het toch doet."

Een voorspellende AI (en een flinke lachbui)

Om mezelf moed in te praten, vraag ik ChatGPT een beeld te maken om mijn werkmap te illustreren: Pipa op het WHOC. Wanneer ik het resultaat zie, schiet ik in een lachstuip. Volgens ChatGPT bengelt er trots een medaille om de nek van mijn prachthondje. Onrealistisch. Véél te hoog gegrepen. Toch print ik het beeld uit en stop het in de voorflap van mijn kaft. Elke keer we trainen, passeert dat beeld mijn netvlies.

Gras groeit niet door eraan te trekken

We duiken in zoveel mogelijk wedstrijden en plots schieten we als een raket door de niveaus. In no time promoveren we van level 1 naar level 3, het hoogste niveau in België. Ik kijk meermaals of er geen administratieve fout is gemaakt want dit soort evolutie komt zelden voor verzekert een keurmeester me. Het voelt bijna té snel, alsof iemand de fast-forwardknop heeft ingedrukt. Plots hoor ik bij de top van België terwijl ik nog steeds niet goed weet wat we precies aan het doen zijn…

En dus blijft de twijfel knagen. “Wat heb jij daar te zoeken in Italië?” “Je bent niet goed genoeg.” Ik zit ontelbare keren met de cursor boven de uitschrijfknop, maar ik druk ‘m nooit in. De VIP’s in mijn leven, mijn gezin, familie en vrienden, blijven me vertellen dat ik de kans op zo’n prachtavontuur moet grijpen. Mijn ene bestie zegt me dat het gewoon al indrukwekkend is dat we naar het WK gaan – ongeacht het resultaat. Een andere bestie van me woont in Duitsland en heeft zich speciaal voor mij ook gekwalificeerd om naar het WHOC te gaan. “Ik ga om dat samen met jou te beleven, Griet, dus durf me daar niet in de steek te laten.” Het zijn dwingende woorden, die mijn twijfel overstemmen. Mijn VIP’s geloven in ons op momenten dat ik het niet meer durf. Hun steun is de lijm die voorkomt dat alles in duigen valt.

En toch gebeurt dat alsnog. Begin augustus, Nederland. Het EO ofte het Europees Kampioenschap Hoopers. Vijf starts. Vijf keer geëlimineerd ofte vijf keer D. Vijf fatale fouten. Als er een award was voor meest dramatische prestatie, we hadden hem gewonnen…

Onze 5e DK op het Europees Kampioenschap in Nederland (Pipa komt naar binnen in plaats van op de buitenbaan te blijven).

Gekkenwerk...

Mijn zelfvertrouwen ligt aan diggelen. Nochtans was ik met een duidelijk doel voor ogen vertrokken naar Nederland: Ik wou geen 5 eliminaties. Hoeveel fouten we zouden maken, maakte me niet uit, maar niet telkens geëlimineerd raken. Had ik zo fout gevisualiseerd? Het valt me wel op hoe ik mijn doel negatief had geformuleerd. Nochtans hoor ik mezelf telkens zeggen in onze workshops van positief te visualiseren “want het brein kent het woord niet niet”.

Veel positief blijft er echter niet over… Ik zie de leerkansen en in plaats van ze te vertalen als “werkpunten” noem ik ze “slechte punten”. In eerste instantie hou ik mezelf nog mentaal overeind op de adrenalinerush die in Nederland heerst dankzij heel wat sterke Belgische prestaties, maar eens ik thuis land, bekruipen twijfel, zelfkritiek en onzekerheid me op de meest duivelse manieren. “Waarom naar Italië rijden om daar niets te kunnen gaan doen?” spookt door mijn hoofd.

Het is sowieso al gekkenwerk: 12u in de auto kruipen om een paar keer een paar seconden op een grasveld te gaan draaien. Voor Pipa maakt het niet uit of het de heilige zoden van het WHOC zijn of de sprieten van onze sportclub achter onze hoek. Zouden we dus toch niet beter thuisblijven? By the way, dan moeten we ook ons gezin niet missen.

Vrouwlief grijpt in en spreekt legendarische woorden: “Jij doet wat je wil, maar zoals ik je ken, laat je je nooit tegenhouden door angst. Trouwens, misschien moet je het EO zien als jullie generale repetitie. En zoals de traditie het wil, zorgt een slechte generale ongetwijfeld ook hier voor een fantastische première.” Tranen wellen op en ik weet niet goed of het van geluk is dat ik zo’n prachtpartner in mijn leven heb of van miserie omdat het wel net zo makkelijk zou zijn dat iemand anders me (ook) zou zeggen dat we beter thuisblijven…

"Trouwens, misschien moet je het EO zien als jullie generale repetitie. En zoals de traditie het wil, zorgt een slechte generale ongetwijfeld ook hier voor een fantastische première."

Deze woorden zinderen na en ik beslis er nog harder voor te gaan. Na het EO trap ik het gaspedaal nog dieper in. Meer trainen. Meer drills. Meer druk. Het resultaat? Geen plezier meer. De connectie met Pipa verdwijnt. Ik herken mezelf en mijn hond niet meer en frustreer me in de bezorgde stemmen die me wijzen op de risico’s van overtraining – zowel voor mens als dier.

Ik wil het niet horen, want we hebben nog zoveel werk aan de winkel en nog zo belachelijk weinig tijd. Zeker als je weet dat er nog een gezinsvakantie in la douce France zit aan te komen op amper een week voor vertrek naar la bella Italia. Trainen moeten we en ik zie me bevestigd in mijn overtuiging door Pipa: plots kan ze niets meer… Hoe harder we werken op techniek, hoe minder ze lijkt te kunnen. Train ik met haar op draaien naar rechts, dan kan ze plots niet meer naar links afbuigen. Werk ik op details dicht bij mij, dan doet ze ineens niets meer op afstand. Heeft die hond van mij acute dementie ontwikkeld of wat is er gaande?!

Frustratie groeit, onzekerheid bloeit. Wanneer ik zo kwaad word op Pipa dat ik zelf schrik van mijn oerkreet wanneer ze weer iets niet juist doet, beslis ik radicaal met alle trainingen en oefeningen te stoppen. Geen hoopersmateriaal mee op onze gezinsvakantie, enkel bergen en wandelpaden. Loslaten, afstand nemen, opnieuw ademhalen. Soms moet je even wegstappen van je passie om ze terug te vinden.

Eenmaal terug thuis voel ik de ontspanning. Ik heradem. Ik herleef. En ik plan nog twee trainingen voor Italië. De eerste loopt wonderlijk vlot. De tweede valt in het water door overmacht. Mijn gezin grapt: “Het universum zegt dat je geen extra training nodig hebt.” Ik lach groen mee en stap met een bang hart in de auto richting Italië. Mijn doel formuleer ik dit keer positief: minstens 1 foutloze run. Daarvoor malen we al die kilometers naar het zonnige zuiden.

De grote première

Italië. Acht Belgen, elf honden, één gigantisch terrein. Ik voel me minuscuul, zucht diep en neem enkele frivole filmpjes op voor de socials om toch maar niet teveel na te moeten denken over wat ons te wachten staan. Er is geen weg terug. Het enige wat ons nu te doen staat, is er elke run voor gaan. Waarvoor precies? Het best mogelijke resultaat – natuurlijk! – en de gouden medaille voor plezier.

Dat laatste hebben we aan iedereen beloofd, ook aan onszelf. Voor elke run duik ik in een meditatieve bubbel met Pipa. Rust, focus, alleen Pipa en ik. Voor we het terrein op stappen citeer ik elke keer mijn dochtertje van bijna 4 die helemaal gek is van Paw Patrol: “Geen pup te klein, geen pup te groot.” Zo ontstaat ons ritueel. Pipa en ik in onze bubbel, we stappen “in the zone”, preppen ons mentaal en maken telkens de stilzwijgende belofte samen alles te geven wat we in ons hebben en te Genieten met een hele grote G. Ik zie het aan hoe mijn hondje mij aankijkt elke keer we naar de startpositie stappen. Mijn teammates zien het aan hoe ik rondloop vlak voor we aan de beurt zijn. “Laat Griet maar even. Ze zit in flow.”

Zo komt het dat we run na run de sterren van de hemel lopen. 6 runs staan er op ons programma op 4 dagen tijd. Elke run start je met 200 punten en voor elke fout die je maakt, verlies je er 10. Pipa sluit elke run af met een geweldig rapport. We behalen 2x 180 punten, 3x 190 punten en lopen een rondje foutloos. Belonen mag niet op wedstrijd, maar mijn enthousiasme is voor Pipa even veel waard als een lekker koekje of een fijn speeltje. Ik weet met mijn geluk, mijn trots geen blijf en kan niet anders dan aan het einde van elke run mijn handen in de lucht gooien en mijn blijdschap uitschreeuwen. De tribune ontploft. Team Belgium brult het uit: “Chique chique den Belgiek!” Zelfs de keurmeesters feesten mee!

En zo gebeurt het ondenkbare:

🍀 Zilveren medaille in de tweede teamrun
🍀 Bronzen medaille in het eindklassement van de teamrun
🍀 16e plaats in de International Open Cup (beste Belg op in totaal 142 honden)
🍀 29e plaats individueel op het WHOC (3e beste Belg op in totaal 127 honden)

Ik knijp mezelf in de arm. Het AI-beeld van Pipa met een medaille blijkt achteraf visionairder dan ik ooit had durven dromen.

Onze foutloze run op het WK in Italië.

Vier onverwachte learnings uit dit avontuur

1. Twijfel is geen vijand, het is een kompas
Elke keer dat ik dacht: “We zijn niet goed genoeg”, bleek er juist iets te groeien. Twijfel betekent niet dat je moet stoppen – het betekent dat je aan het groeien bent, buiten je comfortzone. En dáár gebeurt de magie.

2. Meer is niet altijd beter (behalve hondenkoekjes)
Ik dacht dat harder trainen de oplossing was. Tot ik ontdekte dat overtraining de connectie met Pipa brak. Rust was geen pauze, het was dé sleutel. Want plezier is geen extraatje. Sterker nog: het is de lijm die hond en mens – teammates – samenhoudt. Het is de broodnodige hefboom tot succes.

3. Rampen zijn soms de beste drijfveren
Het Europees Kampioenschap voelde als een catastrofe. Maar achteraf was het ons geheime wapen. Een slechte generale betekent niet dat je gefaald hebt, het betekent dat je ruimte hebt gemaakt voor je groeicurve en een première die knalt. Falen bleek brandstof.

4. Succes is de som van de mensen waarmee jij je omringt
Mijn gezin en vrienden bleken geen figuranten in dit verhaal, maar hoofdrolspelers. Net als mijn teammates bij Team Belgium. Hun geloof werkte aanstekelijk, zelfs toen ik het mijne kwijt was. Succes is zelden een solo-act; het is een koor waarin je stem pas kracht krijgt tussen de anderen.

Slot: geef nooit op (ook niet als alles moeilijk loopt)

De weg naar Italië was geen biljartlaken maar een kronkelpad vol kuilen, tranen en twijfel. Soms voelde het alsof ik in een tunnel zonder uitgang liep. Maar tunnels hebben één ding gemeen: er is altijd licht aan het einde.

Wat ik onderweg ontdekte? Dat de momenten waarop je het meest wil opgeven vaak de voorbode zijn van iets groters. Het zijn de bochten die leiden naar uitzichten die je niet had durven dromen.

Dus ja: geef niet op. Niet wanneer het uitzicht donker is, niet wanneer de generale rampzalig gaat, niet wanneer je cursor gevaarlijk boven de uitschrijfknop zweeft. Want net dáár, op het scherpst van de snee, kan de magie gebeuren – en soms zelfs eindigen met een medaille of twee om de hals van een grijze bordercollie. 🐾✨

👉 Heb jij ook een droom die soms onmogelijk lijkt? Blijf gaan, zelfs met knikkende knieën. Je weet pas welke prachtige uitzichten zich verschuilen achter de volgende bocht als je volhoudt.

Artikel zoals gepubliceerd door Griet Deca op LinkedIn.

Benieuwd naar nog meer learnings uit dit avontuur? In dit blogartikel ontdek je 6 krachtige inzichten voor op de werkvloer.