Of wat een peuter en een hond mij leerden over het bedrijfsleven (en mentale gezondheid).
Laat me even een beeld schetsen: het is net geen zeven uur ’s ochtends. Ik heb nog geen koffie gehad. Mijn sokken liggen op mysterieuze wijze in de hond haar mand en mijn dochter staat op een stoel te roepen dat ze géén boter op haar boterham wil, maar wél dat ik haar heb beledigd door géén boter op haar boterham te doen. Stampvoetend. En met een gelaatsuitdrukking die niets aan de verbeelding overlaat. Welkom in mijn leven. Op goeie dagen noem ik het Liefde. Op minder goeie dagen een intensief bootcamp in leiderschap en communicatie onder leiding van 2 magistrale leermeesters.
Toen ik moeder werd, wist ik dat de peuterpuberteit er ging aankomen. Maar dat “nee” een permanente stand van zaken zou worden, wist ik niet. Jutta-Johanna is drieënhalf, maar onderhandelt met de flair van een vakbondsvertegenwoordiger en de vasthoudendheid van een bedrijfsrevisor op auditdag. En raad eens wie de minst favoriete ouder is? Correct. Ik ben de HR-afdeling. Het aanspreekpunt voor klachten, maar zelden betrokken bij de leuke teamactiviteiten.
Wat ik van haar leerde?
Ten eerste: duidelijke communicatie. Als zij “NEE” zegt, bedoelt ze dat ook. Geen misschien, geen mitsen, geen maren. In tegenstelling tot sommige collega’s op kantoor die “ik bekijk het nog wel even” zeggen, terwijl dat net zo goed een begrafenis voor je voorstel betekent.
Ten tweede: leiderschap vereist veerkracht. En humor. Als ik geen improvisatievermogen had, zat ik nu waarschijnlijk op een yogamat ademhalingsoefeningen te doen onder de tafel waarop het kind ongetwijfeld stond te dansen. Jutta dwingt me elke dag om flexibel te zijn. Grenzen stellen, maar ze ook uitleggen. Kaders bieden, zonder haar creativiteit te smoren. Vergaderen met een eigenwijze peuter is eigenlijk niet zo anders dan change management: iedereen wil gehoord worden, niemand wil gestuurd worden, en de enige constante is chaos. What’s in it for you? Als die vraag een helder antwoord kent, wordt het proces een pak makkelijker. Laat me zelf vooral ook nog stevig op zoek zijn naar het antwoord op die vraag…
Toen Pipa, mijn Border Collie, in mijn leven kwam, had ik nog wat vage trauma’s van honden uit mijn jeugd. Maar ze blafte zich een weg in mijn hart (en naar de zetel). Pipa is slim. Beangstigend slim. En gevoelig. We doen samen verschillende hondensporten. Van agility over speuren en hondenfitness tot hoopers. Als ik stress heb, rent zij verkeerd. Als ik twijfel, maakt zij fouten. En als ik denk “laat ik dit parcours even analyseren tot op het bot”, dan kijkt zij me aan met de blik die zegt: “Of we dóen het gewoon.”
Het grote inzicht? Leiderschap is geen controle, het is vertrouwen. En communicatie is voor 90% non-verbaal. Wat ik met mijn lijf, energie en gedachten uitstraal, beïnvloedt haar gedrag rechtstreeks. Als ik denk: “We gaan falen,” dan doet zij dat keurig voor mij. Pipa is mijn spiegel. Een spiegel met vier poten en een zwiepstaart.
Dat we geselecteerd zijn voor het WK Hoopers? Ik dacht dat het een grap was. Pipa niet. Zij wist allang dat we het konden. Dus nu ren ik elke training achter haar aan met een mengeling van bewondering, paniek en diepe dankbaarheid. En leer ik, elke dag opnieuw, dat leiderschap soms gewoon betekent: loslaten en go with the flow.
Mijn dochter en mijn hond zijn geen team dat je op een LinkedIn-cursus vindt. Maar hun lessen zijn onbetaalbaar. Over duidelijkheid, vertrouwen, veerkracht én relativering. Want als ik ’s avonds met chocoladevlekken op mijn trui en hondenharen op mijn sokken denk: “Wat heb ik vandaag eigenlijk bereikt?”, dan fluistert een stemmetje in mijn hoofd: “Je bent blijven staan. En dat is al leiderschap op zich.”
Artikel zoals gepubliceerd door Griet Deca op LinkedIn.